Zwemmen in open water is populair, ook op plekken waar dat onveilig is. Na jaren van gedogen gaan overheden ‘wildzwemmen’ indammen. Overheden willen zwemmen in open water strenger reguleren.
Bron: Trouw.nl door Stefan Keukenkamp
Steeds vaker strijken zwemmers neer op plekken waar dat eigenlijk niet de bedoeling is, zoals bij rivieren, kanalen en grachten. Provincies en gemeenten zagen dat lang door de vingers, maar gaan de ‘wildzwemlocaties’ nu veiliger maken of actief ontmoedigen. Op deze niet-officiële zwemplekken kan de veiligheid namelijk in het geding zijn. De waterkwaliteit is geregeld niet in orde waardoor zwemmers ziek kunnen worden, of scheepvaart in de buurt zorgt voor gevaarlijke situaties. Ook is er vaak sprake van overlast voor omwonenden. Gemeenten sluiten deze plekken zelden af, het zwemmen wordt nu vaak gedoogd of zelfs gefaciliteerd. Dat mag niet volgens de Europese zwemwaterrichtlijn.
Nederland telt ruim 800 officiële zwemlocaties, waar gedurende de zomermaanden wordt gecontroleerd op de waterkwaliteit. Daarnaast is de zwemzone vaak aangeduid met een ballenlijn en zijn informatieborden aanwezig. Zwemmen op niet-aangewezen plekken wordt afgeraden en in de buurt van bruggen, sluizen en vaarwater is het verboden.
“Het warmere weer speelt daarin een rol, maar ook de populariteit van zwemmen in open water zit in de lift”,
Gemeenten zitten in een spagaat. Want er is onder inwoners behoefte aan meer zwemwater, vooral in de stedelijke omgeving, concludeert Het Nederlands Instituut Veiligheid Zwemlocaties (NIVZ). “Het warmere weer speelt daarin een rol, maar ook de populariteit van zwemmen in open water zit in de lift”, reageert directeur Bernard Korte.
Van een populaire wildzwemlocatie officieel zwemwater maken is ingewikkeld. Zwemmen is er bijvoorbeeld onveilig, of er wordt gesteggeld over wie nou verantwoordelijk is. Om het probleem in kaart te brengen, is in opdracht van het ministerie van infrastructuur en waterstaat een ‘werkgroep wildzwemmen’ geformeerd. Daarin zitten onder meer het RIVM, Rijkswaterstaat, gemeenten en de waterschappen.
De werkgroep kijkt welke voorwaarden en stappen nodig zijn om van een wildzwemplek een officiële zwemlocatie te maken met als doel om deze locaties veiliger te maken. “Als het niet lukt om een wildzwemplek aan te wijzen, dan moet zwemmen op zo’n plek ontmoedigd worden”, verduidelijkt Ciska Schets van het RIVM, dat de kar trekt van het project. “Dat kan door een zwemverbod, maar ook door bijvoorbeeld zwemtrappen of steigers te verwijderen.” Eind dit jaar komt de werkgroep met een ‘wegwijzer’ voor gemeenten.
De provincies gaan over het toekennen van officiële zwemplekken. Het NIVZ, dat deel uitmaakt van de werkgroep, ziet dat zwemlocaties in steden vaak niet aan de strenge voorwaarden kunnen voldoen. “In negen van de tien gevallen voldoen deze locaties niet aan de veiligheidseisen, bijvoorbeeld de veilige afstand tot vaarroutes”, weet directeur Korte. “Of ze krijgen de waterkwaliteit niet op orde, omdat de locatie te dicht bij een rioolstort ligt.”
De Europese Unie beoordeelt de kwaliteit van Nederlands zwemwater al jaren als belabberd. Toch willen gemeenten inspelen op de behoefte van hun inwoners. Wat de gemeente wil staat op gespannen voet met het beleid van provincies, stelt Korte. “Dan faciliteert de gemeente toch die locatie met een zwemtrap of een steiger. En zo ontstaat een grijs gebied. Want als je het gaat faciliteren, dan ben je ook verantwoordelijk voor een veilige zwemlocatie.”
In Utrecht stemde de gemeenteraad onlangs voor een onderzoek om sommige populaire wildzwemlocaties te transformeren tot officiële zwemplek. “In een snelgroeiende stad is er meer behoefte aan zwemwater. Er zijn weinig plekken”, stelt raadslid Bert van Steeg (CDA). Het idee is dat het daardoor veiliger wordt en de overlast afneemt. “Meer officiële plekken zorgen ervoor dat de druk wordt verspreid en we het beter onder controle kunnen houden.”
De nieuwsbrief van het NIVZ verschijnt maximaal vier keer per jaar (eens per kwartaal).
Het NIVZ wil hét toonaangevende instituut zijn voor risico-inventarisatie, advies- en keuringen bij zwemlocaties in Nederland. Het NIVZ bevordert, ontwikkelt en borgt kennis en maatregelen over de fysieke veiligheid rondom zwemlocaties in Nederland. Onze strategie en doelstellingen hebben wij gevat in een aantal thema’s welke in dit document verder staan uitgewerkt.
Download >> NIVZ Meerjarenbeleidsplan 2020-2025 (.PDF 543 Kb)
Het meerjarenbeleidsplan wordt ondersteunt door het NIVZ-bedrijfsplan. In dit basisdocument wordt het NIVZ beschreven aan de hand van een SWOT-analyse en het Business Model Canvas (BMC). Het bedrijfsplan gaat in op de infrastructuur van het NIVZ, het aanbod, de klanten en de financiële uitvoerbaarheid.
Download >> NIVZ Businessplan 2021-2025 (.PDF 553 Kb)